Suikerziekte

Lage bloedsuikerspiegel

 

Lage bloedsuikerspiegel

Soms kan bij honden die worden behandeld tegen suikerziekte, hypoglykemie optreden. Hypoglykemie is een te lage bloedsuikerspiegel. Een laag bloedsuikergehalte kan gevaarlijk en soms levensbedreigend zijn. Hypoglykemie kan optreden als de hond:

  • te veel insuline heeft gehad, en/of
  • te weinig heeft gegeten, en/of
  • veel meer heeft bewogen dan normaal

Manieren om een lage bloedsuikerspiegel zoveel mogelijk te voorkomen:

  • Let erop dat je je hond de juiste dosis insuline geeft die de dierenarts heeft voorgeschreven.
  • Voer je hond volgens een vast schema.
  • Geef je hond de hoeveelheid voer die je dierenarts heeft geadviseerd.
  • Geef je hond geen ander geneesmiddel (op recept of vrij verkrijgbaar) zonder toezicht van je dierenarts (ook geen vitaminen of supplementen).

Laat je hond regelmatig controleren door de dierenarts. Voor een hond met een chronische aandoening zoals suikerziekte is dat extra belangrijk. Ook nadat de bloedsuikerspiegel van je hond weer gestabiliseerd is na een hypoglykemie. De dierenarts kan dan bekijken hoe de aandoening zich bij jouw hond ontwikkelt en bepalen of aanpassing van de dosis nodig is of niet.

Noodsituatie hypoglykemie

Hypoglykemie kan in ernstige gevallen dodelijk zijn. Snel handelen is dus belangrijk. Zorg er dan ook voor dat je - zeker als eigenaar - de signalen van hypoglykemie bij honden herkent:

  • Zwakte
  • Depressie
  • Wankelen of raar lopen
  • Vreemd gedrag
  • Spiertrekkingen
  • Insulten/epileptische aanval
  • Coma/verliezen bewustzijn

Wat moet je doen in geval van nood?

Als eigenaar van een hond met diabetes mellitus, is het verstandig om altijd glucosestroop, druivensuiker of honing bij de hand te hebben. Wanneer je vermoedt dat een hond mogelijk hypoglykemie heeft, volg dan de volgende stappen:

  1. Als de hond het bewustzijn heeft verloren: wrijf een eetlepel glucosestroop of honing op het tandvlees en neem onmiddellijk contact op met een dierenarts. Ook in het weekend!
  2. Als de hond niet bij bewustzijn komt of een epileptische aanval heeft: breng de hond direct naar de dierenarts.
  3. Als de hond bij bewustzijn is (of wanneer de hond weer bij bewustzijn komt) en kan slikken: voer de hond met de hand glucosestroop of honing totdat de hond alert genoeg is om normaal voer te eten.
  4. Zodra de hond alert genoeg is om te eten: voer de maaltijd die gepland staat zonder te wachten tot het etenstijd is. Overleg met de dierenarts voor verdere instructies met betrekking tot de behandeling.

Vergeet niet dat hypoglykemie een gevaarlijke conditie is, waarbij snel handelen noodzakelijk is. Neem altijd contact op met je dierenarts als je signalen ziet die je niet vertrouwd. Zorg dat het noodnummer van de dierenarts in je telefoon staat.

Lees verder over suikerziekte