Blog

Wat je moet weten over epilepsie bij de hond

Net als bij mensen, komt epilepsie ook bij honden regelmatig voor. Ongeveer 5 op de 100 honden heeft epilepsie.1 Bij sommige rassen komt het vaker voor. Epilepsie betekent ‘herhaalde aanvallen’. Deze epileptische aanvallen zijn het gevolg van overmatig veel elektrische prikkels in de hersenen.2 Epilepsie is een chronische, neurologische aandoening, die gelukkig vaak goed te behandelen is.

Epilepsie bij honden

Over het algemeen kan epilepsie worden geclassificeerd in twee categorieën. We spreken over primaire epilepsie als er geen onderliggende oorzaak voor de aanvallen wordt gevonden. Bij secundaire epilepsie worden de aanvallen veroorzaakt door bekende oorzaken, zoals infecties, tumoren, hoofdletsel of inname van gif.

Aanvallen komen in veel verschillende vormen voor. De lip van de hond kan kort trillen bijvoorbeeld. Maar tijdens hevige episodes kan een hond spartelend op de grond liggen. Als een hond eenmaal een aanval heeft gehad, dan kan het dagen, weken of maanden duren voordat dat weer gebeurt, als dat al het geval is.

Epilepsie bij honden is doorgaans een levenslange aandoening. Samen met de dierenarts kunnen de aanvallen van de hond zo goed mogelijk onder controle worden gebracht. Zodat je nog vele jaren samen met je hond kunt genieten.

Hoe een dierenarts epilepsie bij een hond vaststelt

De meeste honden met epilepsie hebben primaire epilepsie.2 De honden zijn meestal verder helemaal gezond. Als je geen aanval hebt gezien bij je hond, is de diagnose epilepsie zeer moeilijk te stellen.

Primaire epilepsie komt voor bij honden van elke leeftijd, maar komt vaker voor bij jonge rashonden. De eerste aanval vindt meestal plaats bij honden tussen de 1 en 5 jaar.2

Mogelijk kan je dierenarts epilepsie vaststellen bij je hond met behulp van de ziektegeschiedenis, een medisch onderzoek en een standaard bloedonderzoek. Het kan zijn dat er meer onderzoeken nodig zijn om zeker te zijn van de diagnose.

Behandeling van epilepsie
Elke hond is anders en de aard en ernst van de epilepsie kan verschillen. De dierenarts kan je vertellen hoe de aandoening van je hond het beste kan worden behandeld; de behandeling kan per hond verschillen. Gelukkig kan epilepsie vaak goed met geneesmiddelen onder controle worden gehouden.

Wat kun je doen als je hond een aanval heeft

Primaire epilepsie is niet te genezen. Dat betekent dat de hond nog steeds af en toe een aanval kan krijgen, zelfs als hij/zij daar medicatie voor krijgt. Blijf rustig en volg de onderstaande aanwijzingen op. Zo schep je een veilige omgeving voor je hond. Neem indien nodig na een aanval contact op met je dierenarts.

Zorg ervoor dat je hond zich niet kan verwonden.
Haal voorwerpen weg waar je hond tegenaan kan botsen (tafels of stoelen, maar ook kabels waar hij/zij in verstrikt kan raken). Probeer NIET de kop van je hond vast te houden of zijn/haar tong uit de bek te halen. Honden slikken hun tong niet in, maar kunnen je wel per ongeluk bijten.

Verwijder ‘zintuiglijke prikkels’. Creëer een donkere en stille omgeving door de televisie uit te zetten, de gordijnen te sluiten, de lichten uit te doen en, indien mogelijk, andere dieren of kinderen uit de kamer te halen.

Neem de tijd op
Een aanval duurt meestal een paar seconden tot enkele minuten. Bel onmiddellijk je dierenarts als de aanval van je hond langer duurt dan 5 minuten of als hij/zij er meerdere op één dag heeft gehad. Houd de aanvallen bij in een dagboek en leg ze vast op film. Als je de aanvallen bijhoudt in een dagboek en ze filmt, heeft je dierenarts bruikbare informatie over de aandoening van je hond. Hiermee kan je dierenarts de meest geschikte behandelopties voor je hond adviseren.

epilepsie-dashond-onder-deken_1000x650

Wat te verwachten voor, tijdens en na een aanval

Hoewel elke aanval kan verschillen, zijn er over het algemeen 3 fases te onderscheiden.

FASE 1: Gedragsveranderingen voor de aanval
Voorafgaand aan een aanval merk je misschien veranderingen bij je hond:

  • Bewegingen, zoals heen en weer lopen of de lippen likken
  • Lichaamsfuncties, zoals kwijlen of plassen
  • Onrust, zoals janken, blaffen of verstoppen

FASE 2: De eigenlijke aanval
Meestal begint een aanval met een verstijving van de spieren. Je hond kan op zijn/haar zij vallen met uitgestrekte poten en de kop naar achteren. Het kan zijn dat de poten fietsende of trappelende bewegingen maken. De meeste honden ademen zwaarder en sneller tijdens een aanval. Ook kunnen ze geluiden maken of plassen/poepen.

FASE 3: Gedragsveranderingen na de aanval
Als de aanval voorbij is, kan je hond een tijdje bewegingloos op de grond blijven liggen voordat hij/ zij weer probeert op te staan. Veel honden vertonen ook veranderingen in hun gedrag; deze kunnen minuten duren maar ook een dag. Bijvoorbeeld:

  • Desoriëntatie (verward) en wankel lopen
  • Overmatige honger en dorst
  • Ongecontroleerde darm- en blaasactiviteit

Epilepsie hoeft niet tussen jou en je hond te komen. Met de juiste behandeling, plus geduld en liefde, kan je hond weer zijn vrolijke zelf worden en kunnen jullie nog vele jaren samen genieten!

Lees ook de meer gedetailleerde informatie over epilepsie bij honden eens rustig door. Mocht je daarna nog vragen hebben, of maak je je zorgen over de gezondheid van je hond, neem dan contact op met je dierenarts.

Referenties: 1. Berendt M. Epilepsy. In: Braund KG, ed. Clinical Neurology In Small Animals–Localization, Diagnosis, and Treatment. Ithaca, NY: International Veterinary Information Service; 2004. 2. Thomas W. Seizures and narcolepsy. In: Dewey CW, ed. A Practical Guide to Canine and Feline Neurology. Ames, IA: Wiley-Blackwell; 2008:237–255.